Column: Bofkont

Nummertje twee in een blogserie over daten.

Noem het spannend, noem het wanhoop, noem het gemakzucht of kansenspreiding, maar anno 2011 was ik in mijn nopjes met mijn Lexa-account. Ik had er al zo veel goeds over gehoord. Dagelijks bestookt worden met een fikse hoeveelheid aan oversekste berichtjes. Ik rook mijn kans. Maar na een week of twee moet ik toch de conclusie trekken dat het opwindende berichtverkeer niet van vrouwen afkomstig is.

Misschien ligt het aan de foto’s, aan mijn gezicht of aan de zoekcriteria, maar mijn strijdplan – “iedereen verdient een gelijke kans” – werpt hier geen vruchten af. Integendeel, Lexa schrijft dat ik meer gedetailleerde zoekcriteria moet opgeven wil ik echt ‘matchen’. Nu staat de deur wagenwijd open: van 18 tot 65 jaar en ouder, van 40 tot meer dan 150 kilogram, van het Vrijthof tot aan een Friese sloot.

In beginsel maakt het me allemaal geen zak uit. Rood haar, blond of brunette; het is te verven. Haar lengte… Tja. Zolang ik haar niet over het hoofd zie is het prima. Nu moet ik noodgedwongen voorkeuren gaan opgeven. Wat haar favoriete lichaamsdeel is. Haar kledingstijl. Welke kleur haar ogen hebben en zo. Zucht. Hoe langer ik erover nadenk hoe lastiger het wordt.

Links- of rechtshandig. Boeiend! Zolang ze maar handig is. Haar gewicht interesseert me ook niet, mits ze het er zelf niet zwaar mee heeft. Tattoos kunnen best. Piercings of andere steekvoorwerpen zijn te verwijderen. Twaalf vingers, X-benen, Tsjernobyll-tenen of een arm kwijt; overal is een mouw aan te passen. En al zit ze in een rolstoel. Het maakt de kans alleen maar groter dat ik haar zie zitten.

Ik kan er niets aan doen dat ik niet echt voorkeuren heb. Iets klikt of iets klikt niet. Mijn tussen de benen bungelend jurylid springt op van vreugde of blijft hoofdschuddend hangen. Nu ik daaraan denk kan ik slechts op twee lichamelijke kenmerken komen. Drie eigenlijk. De twee hangjongeren aan de voorzijde van haar pand en de bofkont aan de achteruitgang. En met een bofkont bedoel ik eigenlijk haar kont, waarmee ik bof.

Jeroen Litjens – Ogenblikje.com